In de boot genomen

Zo voelde het tenminste, niet letterlijk maar zeker figuurlijk, toen de oever vrijdagavond 10 juni 2016 langzaam aan ons voorbij gleed. Mijn laatste bootduiken hebben al weer een tijdje geleden plaats gehad zodat het wel weer eens tijd werd en bovendien is bootduiken een leuke variatie op het duiken vanaf oevers. De hele boot zit vol met ons. 20, nee 19, Hydrofielers of hun bekenden doen mee. De Panda is een omgebouwd, verrassend ruim en luxe, schip dat geheel aangepast is voor duiken / duikers. De deuren, w.o. die van de 2-4 persoons scheepshutten, zijn voorzien van grote onderwatermotieven en in de bar/kantine liggen een paar verrassende stukjes toepasselijk antiek: een oude camera van Hans Hass, één van de allereerste onderwaterfotografen, een beroepsduikers helm en zo nog wat curiositeiten. De komende dagen brengt de boot brengt ons naar 6 duikplaatsen waarvan het leuke is dat het plekken zijn die je anders niet kunt bereiken. Nog in de Grevelingen is de eerste daarvan een nachtduik op de polder van Bommenede. Naar eigen keuze begint een ieder er aan door de trap aan het schip af te dalen of met een spetterende commandosprong het water binnen te dringen. Camera's worden zorgvuldig vanaf het dek aangereikt, hangend aan een lange haak. Maar als enige natpakduiker in het gezelschap slaan mijn camera en ik deze duik nog even over. De heenreis heeft me lang genoeg geduurd! Door de vele files lijkt het wel of Nederland langzaam aan steeds meer uitgerekt wordt en Zeeland elk jaar verder weg komt te liggen! Druipend zie ik de eerste duikers de trap weer op klimmen. De boot blijft liggen en met de zeelucht door de open patrijspoorten gaan we de scheepskooien in.

Voor mij begint het pas de volgende ochtend (zaterdag) na het ontbijt terwijl de boot al vaart. Nu met de patrijspoorten (omdat die maar net boven het water zitten) en met, ten allen tijde, de waterdichte deur gesloten. Die tweede duik van het weekend heeft dan ook nog plaats in de Grevelingen, in feite dichtbij maar op een door kantduikers normaal gesproken nooit bereikte afstand van het gemaal bij Dreischor. Het heldere water herbergt onder andere een blonde grondel met (ik kon het niet close genoeg zien maar ik denk toch) een parasiet in zijn rechter neusgat - één van de tenminste 18 soorten. En op bijna koninklijke wijze, als een vorst op zijn troon zit er een penseelkrabbetje midden in een lege oester die van buiten rijkelijk bekleed is met pluche (zijnde de eenkleurige koloniezakpijp Botrylloides). Natuurlijk zijn er ook alle gewone waarnemingen, die van doorschijnende zakpijpen, doorzicchtige gezaagde steurgarnalen, strandkrabben, zee kreeften enzovoort.

Voor mij als natpak duiker is het een grote weelde dat ik na de duik onder dak mijn pak te drogen kan (dat willen die droogpakduikers trouwens ook, de aanstellers!). Zo is hij altijd hoogstens halfnat (halfkoud) en kan ik wel makkelijk aantrekken. Hoewel het goede weer niet afdwingt je onder dak om te kleden maakt ook dit zeker deel uit van het relaxed karakter van het weekend. Samen met het goede eten (ter plaats voor ons gekookt door Kirsten) en de lucht aan boord die het gesleep met flessen voorkomt. Toch maakt het ons niet tot snelle duikers, vertelt kapitein Herman, want we duiken vaak lang en verliezen bovendien veel tijd door al die zo "belachelijk" vele camera's, zegt hij gekscherend. Dat zijn ze daar niet gewend. De sfeer aan boord is zo goed en gemoedelijk dat de crew van Herman, Kirsten en Wesley weinig minder enthousiast is dan de duikers dat zijn. Ondertussen laat het wachten op het zich openen van de sluisdeuren bij Bruinisse laat jagende visdiefjes en nestelende boerenzwaluwen zien, maar weldra varen we nu de Oosterschelde binnen, o.a. langs de 'akkers' hangmosselcultures.

De hangmosselculture van Oude Tonge (grofweg tegenover het Zijpe) is die middag de volgende duikbestemming. De bezochte plekken worden, afhankelijk van tijd en getij, in goed overleg gekozen door schipper Herman en Bas (onze eigen schipper), die samen met Tally het weekend fantastisch voorbereidde. Geankerd op geringe afstand van de culture zwemmen we naar de neerhangende lijnen met mossels. Opvallend is dat de cultuur er, door een groot aantal bijna kale lijnen, tenminste deels verwaarloosd uitziet. Op andere lijnen zitten wel mossels, volop met kolonie- en solitaire zakpijpen, zaksponsens, eilegsels van bruine plooislak, soms zeesterren, natuurlijk miljoenen spookkreeftjes en hier en daar ook verhongerde strandkrabben. Wie goed keek zal het gezien hebben, zij zijn door de hechtdraden (byssus) vastgetekend geraakt om een vreselijke trage hongerdood te sterven.

De laatste duik die dag heeft plaatst op geruime afstand zuidoostelijk van de Zuidbout. De duikprocedure is nu anders. Een kraan op de Panda laat een vlonder te water waar een zodiak langs wordt gelegd die ons verder weg brengt, waar we met een rol achterover het water in gaan. Het water is troebel (wat ik al een beetje voorzag en waarom ik nu geen camera mee bracht) en de stroming zit wat tegen maar belemmert ons niet het kleurencaranaval van de brokkelsterren te zien: in alle denkbare kleuren en -combinaties liggen ze er stil op de bodem, terwijl hun verwante slangsterren zich voor ons weg haasten. Ook grote heremeietkreeften, noordzeekrab, zeekreeft en andere zijn er. Eenmaal weer boven water pikt de zodiak ons op, dat wil zeggen, hangend aan een lang touw op veilige afstand van de buitenboormotor sleept hij ons terug naar het vlonder. Het is het begin van een stille zomeravond op een kalme Oosterschelde. Een aantal mensen zit benedendeks aan de bar, terwijl anderen tot laat op het dek blijven kletsen en turen naar de soms passerende zeehonden en bruinvissen.

De volgende dag staat er wat meer wind en enige golfslag op het oppervlak. We varen terug in de richting van de sluis en het Grevelingenmeer, en passeren een enorme boot met een parkeerterrein vol aan personenauto's en tractoren. Stel je voor dat zo'n boot eens zou zinken, wat een bijzondere duik zou dat zijn. Maar dat zijn slechts fantasieën die ik niemand echt toe wens. Nabij de oever van de Anna Jacobapolder nog in de Oosterschelde duiken we in het vooral in de ondiepte, kristalheldere water (tot een paar duikers van de oever ons naderen en zoveel stof opwoelen dat we elkaar zelfs kwijt raken). De bodem is een oesterrif vol met klein leven waaronder asgrauwe tolhoorn, gewone steurgarnaal en bruine plooislakken. Hoewel het vinden van die laatste niet perse moeilijk is, is het altijd wel een kwestie van zoeken naar mooi vrijliggende exemplaren, in plaats van de vele die vrijwel onherkenbaar krom gebogen en in hun eigen eilegsels tussen de zakpijpen verborgen zijn. Hier zijn ze er zo enkele.

Dan passeren we weer de sluis en nadert angzaam aan het einde van het weekend. Er volgt nog één duik, die op "Halverwege", een plek nabij wat kantduikers kennen als De muur van de Kerkweg van Den Osse. Maar daar is het zicht overwegend zo slecht dat menigeen er al snel een eind aan maakt (hoewel het dieper dan 5 meter lokaal juist goed was). Rond 17.00 uur meert de Panda weer af in Den Osse en lopen we de steiger van het vaste land weer op. Het is voorbij. Hoewel? In de navolgende dagen blijkt het 'water' in mijn linker-oor, dat daar maar niet uit wil, geen water te zijn maar een bacteriele infectie die zich ontwikkelt tot een forse gehoorgang-ontsteking die me voorlopig opnieuw tot landrot maakt i.p.v. een Hydrofiele meeduiker...(en dat terwijl het toch al niet meer wilde lukken de laatste tijd). Voor wie deze duikerskwaal nog niet kent (houden zo!), het is een continue zeurende irritatie / pijn die je altijd en extra tijdens elke slik-/kaakbeweging voelt, die je uit de slaap houdt, je tijdens het slapen keer op keer wekt van de jeuk, dan opnieuw uit de slaap houdt enzovoort, zodat je er op den duur doodmoe en zelfs koortsig van wordt. Ik heb dit niet eerder mee gemaakt. Bah, wat een aandenken aan een leuk weekend! Gelukkig maar dat ik ook mijn goede herinneringen heb, wat plaatjes maakte en een handvol mooie tapijtschelpjes verzamelde die op een karakteristieke manier aangevallen zijn door (vermoedelijk) een vis. Nu nog even in de boeken duiken om uit te zoeken door wie precies...Who dunnit? Who's the culprit? Altijd leuk, even detective spelen!

Harry Holsteijn