Kleurige spleten in het koraal

SOORTPASPOORT

Kleurige "koraal kamoester"

Namen O.a. koraal kamoester, iridescent scallop / - clam, blue lipped coral oyster, boring / - pectinid bivalve, coral-boring scallop, coral scallop / - clam en Pedum spondyloideum

Uiterlijk Doordat deze schelpen in het koraal leven zien wij er enkel de kleurige mantelrand van met bolvormige ogen en vaak korte (soms uitgerekte) tentakels. In de Rode zee is de mantel iriserend blauw met geelgroen en zijn de tentakels en oogjes bruinrood tot knalrood, maar internet laat andere lokale kleurtypen zien http://www.mindenpictures.com/search?s=Pedum+spondyloideum. Wie goed op let merkt op dat alleen één van beide kleppen (de rechter) tegen de wand van het gat in het koraal vast zit, terwijl de andere de schelp kan openen en sluiten (zie de foto's). De complete schelp, die tot 80 mm kan worden zien we eigenlijk nooit. Zie daarvoor de bijgesloten foto van http://www.pectensite.com/Pedum%20spondyloideum.html.

Verwanten Koraal kamoesters (Pectinidae) zijn, ondanks hun naam, niet verwant aan oesters maar aan kam-/ mantelschelpen (Pectinidae) en vijloesters (Limidae). Hoewel ze meestal stil liggen en soms ook vastgehecht leven zijn er onder deze ook die actief kunnen zwemmen, bijv. om aan gevaar te ontkomen. Allemaal bezitten ze tentakels (de vijloesters de langste) en alle kamschelpen ook nog rijen bolvormige oogjes.

Voorkomen Ze leven vanaf de getijdenzone tot enkele tientallen meters in kolonies van tenminste 15 soorten (7 families) steenkoraal en ook in vuurkoraal. De grootste aantallen komen dicht bij de kust voor, waar relatief veel voedsel te vinden is. Vooral in de grote en massieve Porites kunnen ze met tientallen tegelijk voorkomen.

Leefwijze In zijn planktonische, nog vrijwel schelploze (larvale) jeugd-stadium leeft de kamoester vrij maar later hecht hij zich aan de top van zijn rechter klep met byssus-draden vast in een kuiltje of holte op koralen, het liefst op koralen met kleine poliepen. Ook al wordt hij vaak beschreven als een boorder, echt boren doet hij niet, hij is vooral een nestelaar die op enkele levende koralen een strategisch plekje zoekt en zich daar laat omsluiten. Helmut Debelius (alleen hij) schrijft dat het gat chemisch open gehouden wordt maar verzuimt elke toelichting. Ondertussen worden vele koraalkolonies ouder dan de schelpen zodat daarvan meerdere generaties elkaar opvolgen en traag in het koraalmassief worden opgeslokt. Zijn kleine oogjes werken volgens het principe van spiegelogen en een spiegeltelescoop: de hol gebogen binnenzijde van elk vangt het licht op en kaatst dat terug naar een voor in de oogbol gelegen netvlies. Maar omdat er geen lens is, is het beeld vaag. Met zijn tentakels voelt hij.

Relaties met ander leven Behalve dat het de groeivorm van de koraalkolonie kan beinvloeden en dat meerdere schelpen soms individuele takken kunnen verzwakken (doen breken) onvervindt het koraal geen hinder van de schelp(en). Integendeel zelfs! Het aanzuigen van water door de schelp kan, denkt men, de voeding van het koraal (dat niet kan zuigen) helpen. En bovendien kan de schelp met kracht water uitspuwen. Hoewel hij dat in de eerste plaats doet om afvalstoffen te verwijderen, is vastgesteld dat hij daarmee ook koraalvijanden weg jaagt. Zo beperken ze in het Groot Barriere rif lokaal zelfs de vraat van de beruchte doornenkroon zeester en andere! Aan de andere kant beschermt het harde koraal en het stekende vuurkoraal zeker ook de schelp die in het koraal veilig 'onbereikbaar' verzonken raakt en zich juist daardoor zijn breekbare schaal kan permitteren. Ten opzichte van andere koraalbewoners zoals kerstboomworpjes, doopvontschelp, wormslakken en meer is hij natuurlijk wel een lastpak, een voedselconcurrent.

Bijzonderheden De iriserende kleuren die we in de mantel van de geopende schelp waarnemen zijn zo opvallend dat ze doen vermoeden wel een betekenis / functie te hebben. Waarom anders zou het zulke kleuren vormen? Toch heb ik daar geen concrete info over kunnen vinden en kunnen we amper meer doen dan hierover speculeren. Misschien moeten de kleurschitteringen het dier juist vervagen? Of zijn het schrikkleuren? In elk geval is bekend dat de tentakels en mantel van de kamoester (en andere filterende schelpen), een rol spelen in het opvangen, vasthouden en naar binnen transporteren van gefilterde voedseldelen - alsmede het afvoeren van afval. Maar bij de kamoester blijft het daar niet bij. Hij zou dit ook doen, zo wordt aangenomen, door netelcellen van het koraal op te nemen (niet beschreven wordt hoe) en te hergebruiken, mogelijk zowel om voedsel te vergaren als ook ter verdediging tegen bepaalde (niet gespecificeerde) vijanden. Een fascinerende bewering die ze doet herinneren aan actief rond kruipende naaktslakken die zich verdedigen met van anemonen / koralen opgenomen netelcellen! Of zouden de kleuren iets aan kunnen trekken. Toch...? Ook al lijkt het zo speculatief? Zo heb ik gelezen van de verwante vijloester (Lima hians die Bert en ik in 2001 rond Sulawesi zagen) dat die met zijn tussen de lange rode tentakels, als een electrisch licht, heen en weer flitsende witte streep (zie foto op http://www.siratus.com/article-11174671.html), bepaalde prooi-organismen zou lokken! Beseffende dat het, net zoals de kamoester, een planktonfilteraar is mag je je vertwijfeld afvragen of het waar kan zijn. Het is en blijft letterlijk en figuurlijk een kleurrijk beest!

Tekst en foto's (tenzij anders vermeld) Harry Holsteijn