Zo algemeen en toch zie je soms niet

SOORTPASPOORT

Bruine plooislak

Namen Bruine plooislak. Goniodoris castanea

Uiterlijk Bruine plooislakken zijn bij ons tot 25 mm grote slakken (in het buitenland 38mm die niet altijd hun naam eer aan doen door bruin te zijn. Ze zijn ook, vooral jonge dieren wel grijswit of deels transparant, oranje, oranjebruin, paarsbruin of zelfs roze. Hun opstaande koptentakels (rhinoporien) zijn gelamelleerd en vaak wat lichter gekleurd. Net zoals de wratjes op het lichaam. Maar bovenal karakteristiek is hun, eveneens vaak op- of afstaande, mantelplooi die vrijwel helemaal rondom loopt, tot voorbij en voor de koptentakels.

Verwanten De bruine plooislak is het broertje van de bleke plooislak (witachtig, tot 20 mm) die veel minder algemeen is en op de witgele druipzakpijp leeft.

Voorkomen Ze zijn kosmopolitisch en ons zowel bekend van de Noordzee als de Zeeuwse Delta (Ooster- en Westerchelde, Grevelingen- en Veerse meer), waar we ze aantreffen vanaf de laagwaterlijn tot enkele tientallen meters diepte, vooral op harde substraten, wier en natuurlijk hun voedselorganismen (koloniezakpijpen). Vooral vanaf de zomer tot in herfst kunnen de volwassen dieren opvallen. Maar toch worden ze zelfs ook dan vaak nog niet opgemerkt Dat komt omdat hun kleuren die bepaald worden door de zakpijpen die ze eten sterk overeen komen met diezelfde zakpijpen waarop ze zich bevinden. Wie geen lamp meebrengt kan ze in grote aantallen passeren zonder er zelfs maar enkele te zien, zeker in iets dieper en of troebel water.

Leefwijze & voortplanting Bruine plooislakken leven vooral op de geleikorst (Botryllus) en slingerzakpijp (Botrylloides). Op het achterlijf bevindt zich een roos van (5-9) intrekbare kieuwen, temidden waarvan zich de anus bevindt. Ze zijn tweeslachtig en paren naast elkaar liggend, met de koppen van elkaar af. Daarop worden de meestal witte (soms gele of roze) eieren in hoge tot in drie windingen ronddraaiende slingers gelegd. Het is vooral dankzij die eislingers (op wier, zakpijpen en harde substraten) dat we ze toch vinden. Regelmatig zit de slak nog middenin de slingers, hoewel soms zo opgesloten dat je hem amper herkent. Ze worden nog geen jaar oud.

Relaties met ander leven De laatste decennia zijn bruine plooislakken sterk in aantal toegenomen. Aangenomen wordt dat dit het gevolg is van de toename van koloniezakpijpen door de intrede van de exotische een- en meerkleurige slingerzakpijpen (Botrylloides). In tegenstelling tot veel andere naaktslakken, die gif- en afweerstoffen uit hun voedsel opslaan en daarom met felle kleuren uitschreeuwen oneetbaar te zijn, verdedigt de bruine plooislak zich niet met wapens. Dat verklaart waarom camouflage voor hem van belang is.